- aanhouden
- {{aanhouden}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [tegenhouden] arrêter2 [bij zich houden; aan het lijf houden] garder3 [uitstellen] ajourner4 [laten voortduren] prolonger5 [aan de gang houden] laisser allumé♦voorbeelden:1 een onbekende aanhouden • accoster un inconnueen verdachte aanhouden • arrêter un suspect2 zijn jas aanhouden • garder son manteaueen krant aanhouden • rester abonné à un journalpersoneel aanhouden • garder du personnel3 een rechtszaak aanhouden • ajourner un procès4 een noot aanhouden • filer une note5 de lamp aanhouden • laisser la lampe alluméeII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [volhouden] persister2 [voortduren] continuer3 [+ op]se diriger (vers)♦voorbeelden:1 je moet niet zo aanhouden • tu ne dois pas insister de la sorte2 de regen houdt lang aan • il pleut depuis longtempsdat zal nog wel even aanhouden • ce ne sera pas pour demain3 rechts aanhouden • appuyer sur la, à droite
Deens-Russisch woordenboek. 2015.