aanhouden

aanhouden
{{aanhouden}}{{/term}}
I 〈overgankelijk werkwoord〉
[tegenhouden] arrêter
[bij zich houden; aan het lijf houden] garder
[uitstellen] ajourner
[laten voortduren] prolonger
[aan de gang houden] laisser allumé
voorbeelden:
1   een onbekende aanhouden accoster un inconnu
     een verdachte aanhouden arrêter un suspect
2   zijn jas aanhouden garder son manteau
     een krant aanhouden rester abonné à un journal
     personeel aanhouden garder du personnel
3   een rechtszaak aanhouden ajourner un procès
4   een noot aanhouden filer une note
5   de lamp aanhouden laisser la lampe allumée
II 〈onovergankelijk werkwoord〉
[volhouden] persister
[voortduren] continuer
[+ op]se diriger (vers)
voorbeelden:
1   je moet niet zo aanhouden tu ne dois pas insister de la sorte
2   de regen houdt lang aan il pleut depuis longtemps
     dat zal nog wel even aanhouden ce ne sera pas pour demain
3   rechts aanhouden appuyer sur la, à droite

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем сделать НИР

Regardez d'autres dictionnaires:

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”